Particuliere beleggers kiezen massaal voor recreatievastgoed
Uit een rondgang van het Financieele Dagblad onder beleggers, makelaars en banken blijkt dat particuliere beleggers hun huizen in de verkoop zetten omdat ze niets meer denken te kunnen verdienen vanwege het huurplafond. Deze trend lijkt door te zetten, wat goed nieuws lijkt voor woningzoekenden die op zoek zijn naar een koopwoning. Echter, het is onduidelijk of de middeninkomensgroep - waar de woningnood het hoogst is - hiervan zal profiteren.
Hoogleraar Woningmarkt Peter Boelhouwer denkt dat de panden nu juist worden opgekocht door particulieren die een koophuis willen. Hoewel dit positief nieuws lijkt voor woningzoekenden die op zoek zijn naar een koopwoning, is het onzeker of dit de middeninkomensgroep - waar de huursector voor bedoeld is - ten goede komt. Dit komt doordat huizen in steden als Amsterdam en Utrecht behoorlijk duur zijn en mensen die daarin trekken waarschijnlijk mensen zijn die anders misschien elders een huis hadden gekocht of juist daarom naar de stad komen. Het is de vraag of de middeninkomensgroep - waar de woningnood het hoogst is - deze huizen kan betalen, en waarschijnlijk zal er dus een andere groep mensen intrekken.
Een mogelijke consequentie van de verkoop van huurwoningen door kleine beleggers is dat zij hun panden met huurders en contracten moeten verkopen aan grotere investeerders. Hoewel deze bedrijven waarschijnlijk meer middelen hebben om met de huurregulering en de hoge belastingen om te gaan, zullen zij te maken krijgen met een daling van de huurinkomsten van zo'n 500-600 euro per woning.
Hierdoor begrijpt Boelhouwer de verkoop van kleine beleggers, die tot drie woningen in bezit hebben. Voor hen is het namelijk niet meer rendabel en wanneer de woningen leeg komen te staan, zullen ze dus op de markt verkocht worden. De verkoop van huizen door particuliere verhuurders blijkt niet alleen te maken te hebben met de invoering van het huurplafond, maar ook met de verhoging van de vermogensbelasting. In Box 3 wordt een fictief rendement in rekening gebracht van 6,17 procent, waarover een derde belasting moet worden betaald. Dit heeft een grote impact op de beleggers en kan zelfs zorgen voor een negatieve kasstroom.
Naast het feit dat particuliere beleggers hun huizen massaal te koop zetten vanwege het huurplafond en de verhoging van de vermogensbelasting, lijkt er ook een trend gaande in het investeren in recreatievastgoed. Volgens verschillende bronnen, zoals het FD, investeren beleggers momenteel flink in vakantiehuizen en -appartementen.
Nu de woningmarkt minder interessant is geworden is de sterke groei van de Nederlandse vakantiemarkt de afgelopen jaren een extra motivatie om te investeren in recreatievastgoed. Nederlanders kiezen steeds vaker voor een vakantie in eigen land en de vraag naar vakantiehuizen neemt daardoor toe. Beleggers zien hierin een kans om te profiteren van de groeiende markt.
Hoogleraar Woningmarkt Peter Boelhouwer denkt dat de panden nu juist worden opgekocht door particulieren die een koophuis willen. Hoewel dit positief nieuws lijkt voor woningzoekenden die op zoek zijn naar een koopwoning, is het onzeker of dit de middeninkomensgroep - waar de huursector voor bedoeld is - ten goede komt. Dit komt doordat huizen in steden als Amsterdam en Utrecht behoorlijk duur zijn en mensen die daarin trekken waarschijnlijk mensen zijn die anders misschien elders een huis hadden gekocht of juist daarom naar de stad komen. Het is de vraag of de middeninkomensgroep - waar de woningnood het hoogst is - deze huizen kan betalen, en waarschijnlijk zal er dus een andere groep mensen intrekken.
Een mogelijke consequentie van de verkoop van huurwoningen door kleine beleggers is dat zij hun panden met huurders en contracten moeten verkopen aan grotere investeerders. Hoewel deze bedrijven waarschijnlijk meer middelen hebben om met de huurregulering en de hoge belastingen om te gaan, zullen zij te maken krijgen met een daling van de huurinkomsten van zo'n 500-600 euro per woning.
Hierdoor begrijpt Boelhouwer de verkoop van kleine beleggers, die tot drie woningen in bezit hebben. Voor hen is het namelijk niet meer rendabel en wanneer de woningen leeg komen te staan, zullen ze dus op de markt verkocht worden. De verkoop van huizen door particuliere verhuurders blijkt niet alleen te maken te hebben met de invoering van het huurplafond, maar ook met de verhoging van de vermogensbelasting. In Box 3 wordt een fictief rendement in rekening gebracht van 6,17 procent, waarover een derde belasting moet worden betaald. Dit heeft een grote impact op de beleggers en kan zelfs zorgen voor een negatieve kasstroom.
Naast het feit dat particuliere beleggers hun huizen massaal te koop zetten vanwege het huurplafond en de verhoging van de vermogensbelasting, lijkt er ook een trend gaande in het investeren in recreatievastgoed. Volgens verschillende bronnen, zoals het FD, investeren beleggers momenteel flink in vakantiehuizen en -appartementen.
Nu de woningmarkt minder interessant is geworden is de sterke groei van de Nederlandse vakantiemarkt de afgelopen jaren een extra motivatie om te investeren in recreatievastgoed. Nederlanders kiezen steeds vaker voor een vakantie in eigen land en de vraag naar vakantiehuizen neemt daardoor toe. Beleggers zien hierin een kans om te profiteren van de groeiende markt.